Ouders kunnen nog zo veel tegen een kind aanpraten, en mijn moeder was niet iemand om haar ongezouten opvattingen voor zich te houden, kinderen nemen over wat aanslaat en leggen ook veel woorden naast zich neer. Mijn moeder deelde in ons gezin voortvarend de lakens uit. Ik was een volgzaam kind dat graag haar best deed. Zij was een klassiek dominante moeder, onder wie ik toch niet geleden heb omdat ik braaf van aard was en bovendien geen moeite had met haar verwachtingen.
Natuurlijk wilde ik naar het gymnasium en daarna studeren, zoals zij ook had gedaan. Ik verslond het ene boek na het andere, waar zij ook altijd mee bezig was. Net als zij ben ik efficiënt, gedisciplineerd en gesteld op orde. Maar niet door haar aanmaningen. Zij heeft mij nooit voorgehouden dat ik eerst huiswerk moest maken voordat ik tv kon kijken of zoiets. Mijn plichtsbesef was een aangeboren (geërfde) karaktertrek, daar kwam weinig opvoeding bij kijken en dat scheelde een boel typisch ouder-kind-gesteggel.
Mijn moeder was overheersend, rationeel, al kon ze ongenadig uit haar vel springen, en van veel intellectuele markten thuis. Ook geïnteresseerd in trends. Als lerares Frans wilde ze op de hoogte zijn van wat er onder jongeren leeft en gingen we naar de film Gimme Shelter over The Rolling Stones in Altamont. Toen ik een linkse student was met communisten-vriendjes, was zij geporteerd van de jonge Drees en zijn profijtbeginsel. Ze zag hem vaak bij ons door de buurt fietsen en noemde hem liefkozend ‘Dreesje’. In discussies over politiek moest ik haar voortdurend met tegenzin gelijk geven. Eén keer liep het anders, in een gesprek over liften. Zij vond dat parasiteren, ik zei: ‘Maar die auto rijdt er toch al.’ Ik herinner me mijn triomf dat ze de redelijkheid van mijn argument toegaf. Wat niet betekende dat ik mocht liften. Wat niet betekende dat ik me hield aan haar veto. Wat uitliep op een onprettige (niet rampzalige) me-too ervaring, zodat ik het nooit meer gedaan heb en nu mijn eigen kinderen bezweer om niet in hun eentje te liften.
Doordat mijn moeder en ik veel raakpunten hadden, konden we het prima samen vinden. Toen ik als scholier moeite had met Engelse boeken, raadde ze me aan om het woordenboek weg te leggen en botweg door te lezen. Ineens ging het vanzelf. We hadden plezier met Iris Murdoch, wier romans je in een roes achter elkaar uitleest, terwijl je na afloop met geen mogelijkheid de krankzinnige plot kunt navertellen.
Haar evenbeeld was ik niet. Ik was bijvoorbeeld niet assertief genoeg naar haar smaak. Op mijn 13de gaf ze eens kribbige kritiek, toen ik samen met een vriendin in mijn kamer had gezeten, en zij door het plafond 90 procent van de tijd de stem van mijn vriendin had horen ratelen. Ik moest toch echt meer ruimte voor mezelf claimen, niet dat passieve! Ze had gelijk, niet met die vriendin, maar wel met spreken voor de klas of later voor de radio of voor een publiek. Maar ik heb natuurlijk ook trekken van mijn zachtaardige vader meegekregen.
Beatrijs Ritsema
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.