Spring naar inhoud


Psychiatrie voor beginners

Paul Witteman is een bekwaam televisiejournalist. Hij kan heel goed borende vragen stellen zonder dat het genant wordt. Tegelijk stelt hij zich kritisch op zonder de geïnterviewde in z'n hemd te zetten. Zijn programma's zetten aan tot nadenken, op televisie een zeldzaam fenomeen.

Ik heb de serie programma's over de stand van zaken in de psychiatrie niet gezien destijds, maar Witteman heeft het materiaal tot een boek bewerkt. Het bestaat uit dertig case-stories van psychiatrische patiënten, aangevuld met de reacties van zes psychiaters, die daarbij ook vertellen over hun beroep: waarom ze het ooit gekozen hebben, wat hun aanpak is, en wat in hun idee de mogelijkheden en beperkingen uitmaken van de psychiatrie.

Wat ik al vreesde bij het doorbladeren werd bewaarheid. Het boek is een impressionistisch allegaartje. Een lappendeken zonder leidend principe. Waarschijnlijk had ik de betreffende tv-programma's als boeiend beoordeeld, maar in een boek slaat zo'n koor van stemmen plat, zodat het geheel iets willekeurigs krijgt. Voor een boek is het niet genoeg de feiten of ervaringen of opinies voor zichzelf te laten spreken. Je verwacht dat de schrijver een ordening aanbrengt en vooral commentaar levert. Maar in dit geval is de schrijver geen schrijver, want zijn naam staat alleen in de ondertitel van het boek vermeld: Witteman bij de psychiater. De 'schrijver' heeft zich ingedekt en de lezer mag zich gewaarschuwd noemen.

Ook als ik afzie van eisen die met commentaar of analyse te maken hebben blijf ik nog steeds teleurgesteld in Opgenomen. Het is niet duidelijk wat nu eigenlijk de bedoeling van het boek is. De indruk die zich vestigt is dat er heel veel psychisch leed heerst. De meest uiteenlopende gevallen passeren de revue, van kinderen met gedragsstoornissen, vrouwen met meerdere persoonlijkheden, demente bejaarden tot schizofrenen, verkrachters en depressieven. De ene psychiater is wat optimistischer dan de andere, als het gaat om genezingsvooruitzichten. Sommige ziektes lenen zich beter voor medicatie dan andere. Elektroshocks zijn weer in de gratie, nadat ze in de jaren zestig en zeventig verketterd werden als martelmethode. Maar waarom een shock nu eigenlijk werkt, weet men niet. Dat is overigens voor veel medicijnen in de psychiatrie (maar ook op somatisch gebied) het geval.

De meeste patiëntenrelazen zijn hartbrekend, omdat ze zo uitzichtloos zijn. Zoveel ellende, dat komt nooit meer goed, denk je al snel als leek. Een enkele keer twijfelde ik aan de waarachtigheid van de case history. Zoals in het geval van Marijke Leenakkers (35 jaar) die op haar tiende door haar onderwijzer tot seks werd gedwongen. In diezelfde periode werd ze 'herhaaldelijk door een groep mannen naar een hotelkamer gelokt. Daar werd ze verkracht en mishandeld en met een paardezweep afgeranseld. Ook werden video-opnamen van haar gemaakt tijdens de seksorgieën.' De hele scène lijkt wel rechtstreeks uit een Amerikaanse tv-film afkomstig. Een tienjarige ontvoeren naar een hotelkamer? En nog wel herhaaldelijk? En het bijbehorende gekrijs ten gevolge van de paardezweep zou niemand opvallen? Er zijn in Nederland geen verlaten motels op het platteland en bovendien waren er in 1970 nog geen videcamera's voor huiselijk gebruik. Maar goed, alleen al het gegeven dat iemand een dergelijk verhaal op haar zelf van toepassing acht, geeft aan dat er iets grondig mis zit met haar psyche.

Witteman roept de psychiaters ter verantwoording. Zijn vraag komt erop neer wat er nu eigenlijk concreet aan het leed gedaan kan worden. Zoveel eeuwen ervaring met psychiatrische stoornissen, zoveel verschillende genezingsmethodes, zoveel wetenschappelijk onderzoek, en nog heeft de psychiatrie meer met intuïtie dan met wetenschap te maken.

Misschien was Wittemans vraagstelling te fundamenteel. Hij stelt elementaire kwesties aan de orde zoals de verhouding lichaam-geest, de invloed van trauma's uit het verleden, de veranderbaarheid van de mens, de invloed van iemands sociale omgeving, de vrije wil versus innnerlijk geprogrammeerd zijn. De psychiaters geven hierop soms discutabele, maar in het algemeen weinig verrassende antwoorden. De een een beetje meer zus, de ander een beetje meer zo, alles binnen hun denkkader volstrekt aannemelijk. Voor iemand die maar een beetje in de discussies binnen de geestelijke volksgezondheid is ingevoerd (niet verder dan kranten-leesniveau) bevatten deze uiteenzettingen over theorieën en methodes echt geen nieuws.

Er is geen enig goede therapie voor een specifieke stoornis. Ook binnen een groep van bijvoorbeeld depressieve patiënten variëren de behandelmethodes met de behoeften van de patiënt en de voorliefde van de psychiater. Soms werkt iets, soms werkt het niet. De psychiatrie stommelt rond in de duisternis en daar kan niemand iets aan doen.

Beatrijs Ritsema

Opgenomen

Witteman bij de psychiater

Uitgever: Balans, 326 p., f 34,90

Artikelen in NRC-boekrecensies.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan