Beatrijs Ritsema
Dat kinderen uit de hoogste groepen van de basisschool gemiddeld niet meer dan vijf à zes minuten per dag aan lezen besteden kwam niet echt als een verrassing. Daar hoef je geen onderzoek naar te doen, dat kun je met je eigen ogen zien, als je een bibliotheek inloopt. Sinds ik, weer terug in Nederland, met mijn schoolgaande kinderen regelmatig de bibliotheek bezoek, verbaas ik me over de rust die daar heerst. Wat je ziet zijn vooral moeders die voor hun jonge kinderen voorlees-prentenboeken uitzoeken en maar heel sporadisch oudere kinderen die hun eigen keus maken. Overal waar je in Nederland met kinderen naar toegaat (de supermarkt, de Hema, het zwembad op een mooie dag, de dierentuin) is het druk en moet je in de rij staan, behalve in de bibliotheek. Daar is nooit een kip te bekennen. Dit is des te opvallender, omdat ik me het niet zo herinner van mijn eigen bibliotheekbezoek als kind. Zeker op woensdagmiddag was het dringen voor de kasten en vormden zich rijen voor de uitcheckbalie.
De jeugd (en daarmee Nederland) is hard op weg naar de totale 'ontlezing', zoals de term luidt waarmee deze ontwikkeling wordt aangeduid door bezorgde trend-watchers. Het is niet moeilijk te verzinnen wat hieraan ten grondslag ligt, en die oorzaken worden dan ook bij elk onderzoek plichtmatig vermeld: kinderen hebben het te druk met concurrerende bezigheden als computerspelletjes, clubjes buitenshuis en tv kijken. Als je bedenkt dat ze daarnaast ook hun huiswerk moeten maken en dat ze bovendien hun hardwerkende ouders zelden of nooit een boek zien lezen, dan vallen die vijf minuten gemiddelde leestijd nog mee. Het betekent immers dat een op de zes kinderen per dag een half uur leest (en vijf van de zes helemaal niet).
Een op de zes is misschien niet eens zo absurd weinig voor een betrekkelijk archaische bezigheid als lezen, al is het een deprimerend gegeven voor degenen die de geneugten van het lezen onder brede lagen willen propageren. 'Leesbevordering' is de beleidsmatige Pavlov-reactie op ontlezing en van deze twee kwaden is leesbevordering de ergste. Het hele idee dat er vanuit de politiek, vanuit leraren op school en vanuit Postbus 51 een boodschap wordt ingehamerd dat 'lezen moet!' doet me onweerstaanbaar denken aan de kwezelige bumpersticker die ik in Amerika nogal eens in het verkeer tegenkwam: 'Did you hug your child today?' Als het vanzelfsprekende in de vorm van een advies wordt gegoten verliest het z'n autonome waarde en komt het terecht in de categorie 'met melk meer mans' of 'snoep verstandig, eet een appel', slogans die in mijn jeugd opgang deden.
Reclame maken voor lezen devalueert dit tot een braafheid als tandenpoetsen. Niet alleen kan de propaganda kinderen wantrouwend maken (is iets waar volwassenen zo enthousiast over zijn wel echt leuk?), maar belangrijker is dat zo'n stempel van goedkeuring de onbevangenheid van het lezen aantast. Een kind leest niet om zijn woordenschat te vergroten of zijn concentratievermogen op te voeren, het leest uit nieuwsgierigheid.
Kinderen lezen, omdat ze willen weten hoe iets afloopt en omdat ze dingen te weten komen die nieuw voor hun zijn. Ze zijn gefixeerd op de inhoud en de stijl doet niet ter zake. De met onnavolgbare stijl en humor geschreven boeken van Annie Schmidt vinden ze 'leuk' en het wezenloze Enid Blyton-proza vinden ze 'spannend'. Nieuwsgierigheid als motor heeft een klein, maar niet te verwaarlozen subversief element in zich: daar waar het kinderen in staat stelt informatie op te doen, die niet in de eerste plaats voor hun bedoeld is. Op de middelbare school las ik boeken uit mateloze nieuwsgierigheid naar hoe het in de volwassenenwereld toeging. Boeken van Dostojevski en Couperus gaven me (dacht ik) inzicht in het echte leven, dat veel interessanter was dan het beschermde leven van een tiener.
Lezen was een manier om aan de kinderwereld te ontsnappen. Vanuit het perspectief van de leesbevordering gaat er niets boven de schroom waarmee je als tienjarige een boek uit de ouderlijke kast pakt om iets te lezen wat je niet zult begrijpen. Maar de geheimen van de volwassenen zijn afgeschaft en daarmee de apartheid van de beschermde of beperkte kinderwereld. Er blijft voor een kind dus ook niet zo veel meer over om nieuwsgierig naar te zijn.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.