Beatrijs Ritsema
Betty Friedan (72) heeft een ontdekking gedaan: ouderdom ligt niet zo goed in 'de' maatschappij. In haar nieuwe boek <c> The Fountain of Age <l> probeert ze een soort beweging aan te zwengelen ter bevrijding van 65-plussers uit de neerdrukkende stereotypen die voor deze leeftijdsgroep klaarliggen. Maar er is een verschil tussen vrouwen die zich in 1963 als groep aangesproken voelden door <c> The Feminine Mystique <l> en de leeftijdscategorie der gepensioneerden. De belemmeringen voor vrouwen kwamen overwegend van buiten, de beperkingen van de ouderdom vallen samen met onvermijdelijke aftakeling.
Hele rissen senioren heeft ze geïnterviewd, de een nog kwieker en ondernemender dan de ander. Ik werd er plaatsvervangend moe van, terwijl ik nog geen veertig ben. Allemachtig! Als je het eindelijk zonder al teveel kleerscheuren tot 75 jaar hebt gebracht, moet je dan echt veertig uur per week bezig zijn met het regisseren van een dansgezelschap voor bejaarden en daarmee door het land toeren, of jezelf storten in het vrijwilligerswerk ten behoeve van seksueel misbruikte kinderen?
Al deze swingende voorbeelden dienen ter bezwering van de angst en afkeer die opgeroepen worden door het verschijnsel ouderdom. Eigenlijk wil niemand er iets mee te maken hebben. Friedan somt de bekende illustraties van de seniorofobie op. Van de honderd televisiereclames brengen maar twee procent 65-plussers in beeld. In dramaseries op de tv of in films idem dito. Foto's in tijdschriften? Geen oudje te bekennen. Wordt er eens een artikel aan een beroemd oud persoon gewijd, staat het vol met foto's van twintig jaar geleden. Als er aandacht in de media gewijd wordt aan ouderdom, dan gaat het onveranderlijk over verpleeghuizen, eenzaamheid, dementie en andere akelige ziektes. Kortom altijd narigheid, nooit eens iets opbeurends.
Betty Friedan wil het imago van de ouderen opvijzelen, zodat niet alle 65-plussers automatisch in het hokje der zielige hulpbehoevenden terecht komen. Het is alleen jammer genoeg een windmolengevecht, omdat je toch altijd twee soorten van ouderen blijft houden: degenen die voor zichzelf kunnen zorgen en degenen die dat niet kunnen. In de categorie 65 tot 75 jaar overheersen de onafhankelijken. Dit zijn de mensen die op een kinderkaartje in de tram mogen, korting krijgen in musea en de trein, overwinteren in warme streken, geld en tijd hebben voor verre reizen in het laagseizoen, als het niet zo druk is bij de ruïnes der Azteken. Het zijn dezelfden die zich met succes verzetten tegen gedwongen VUT-regelingen of actiegroepen oprichten tegen leeftijdsdiscriminatie op het werk. Objectief gezien mogen zij dan onder 'de ouderen' vallen, ze voelen dat niet zo. Het feit dat ze een gerimpelde schildpaddenkop in de spiegel zien, betekent trouwens niet dat ze die ook graag in tv-reclames of tijdschriften willen tegenkomen. Krijgt een gebochelde een mentale opkikker bij het aanschouwen van een andere gebochelde? Welnee, net als de rest van de mensheid ziet hij ook liever een mooie, jonge meid. Deze groep van jongere ouderen hoeft helemaal geen hart onder de riem gestoken te krijgen, want zij hebben alle zeggenschap over hun leven en geld en macht genoeg om precies te doen waar ze zin in hebben.
Boven de 75 jaar wordt het moeizamer. Niet doordat de onophoudelijke kleinering van bejaarden door de maatschappij en de media eindelijk zijn beslag krijgt, maar doordat de stereotiepen vlees worden. Het gaat bergafwaarts en nog onafwendbaar ook. De zorgelijke artikelen over incontinente dementen in verpleeghuizen, over degenen die gekluisterd zijn aan rolstoelen, die wegkwijnen onder de kanker, last krijgen van doofheid en geen belang meer stellen in de krant, gaan niet over de viefe 65-plusser die aan het begin van <c> the golden years <l> staat, maar over de 80-plusser die voor de poorten van de dood staat. En aangezien de gemiddelde levensverwachting nu op 78 jaar ligt, betreft het hier flinke aantallen mensen.
Wat me tegenstaat in de pogingen om de ouderdom als levensfase op te waarderen en als een zoveelste kans tot innerlijke groei en zelfontplooiing aan te merken, is het impliciete idee dat mensen hierin peroonlijk een keus hebben. Wie actief blijft, hoeft niet af te takelen. Maar dat is een ordinaire leugen. Als mensen echt iets te kiezen hadden, zouden ze allemaal 35 jaar blijven en geen dag ouder.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.