Beatrijs Ritsema
Ook kitsch is aan mode onderhevig. Zigeunerjongetjes met te grote ogen waar een traan uit rolt, silhouetten voor een zonsondergang, de Sissi-films, al deze verschijningsvormen zijn ofwel echt op de mestvaalt terecht gekomen, ofwel via de omweg van de camp teruggekeerd in de brede schoot van de post-moderne popcultuur, waar alles mag. En als het niet mag (zonsondergangen blijven bijvoorbeeld link), voeg je er een knipoog aan toe, en klaar ben je.
Traditioneel bediende kitsch zich van een behaagzieke esthetica: om de gewenste emotie tot stand te brengen werd het mooie op een schrille manier mooi, het droevige werd aangewend ter loutering en het lelijke onherkenbaar verfraaid. Zelfs de weeklacht van een moeder om haar op het slagveld gestorven zoon krijgt voor de toeschouwers een positieve lading: het tjonge-was-me-dat-lekker-huilen-effect.
Dit is ouderwetse kitsch waar iedereen doorheen kijkt. Niet dat die vorm daarmee van het cultuurtoneel verdwenen is. Je kunt als intellectueel rustig de film 'The Bridges of Madison County' gaan zien, een avondje snotteren en genieten, zonder dat je je daarvoor hoeft te schamen. Het doorzien van de valsheid geeft je een vrijbrief en de kitsch wordt ontdaan van haar angel.
De nieuwe, niet-traditionele kitsch werkt met heel andere premisses. Hier vind je geen verfraaiing, maar juist verlelijking van de dingen. Het droevige wordt uitzichtloos wanhopig. En, heel belangrijk in de nieuwe kitsch: elk spoortje redelijkheid moet de kop in worden gedrukt en vervangen door volstrekte redeloosheid. Het leven is een poel van ellende en we gaan allemaal naar de verdommenis door eigen schuld, dat is zo ongeveer het credo.
Een mooi voorbeeld is de film Kids, waar Arnon Grunberg in het CS van vorige week een scherpzinnig stuk over schreef. De regisseur wil een tijdsbeeld schetsen. Hij volgt een groepje dertienjarigen die zich bezighouden met gevoelloze seks (een van hen wil alleen seks met twaalfjarige maagden om aids te vermijden) en zinloos geweld. Grunberg geeft als droog commentaar dat hij nog nooit een dertienjarige heeft ontmoet met de zekerheid van Dirty Harry (Clint Eastwood op z'n 40ste). Voor hen die alleen in verdorvenheid geïnteresseerd zijn is dat een irrelevant detail, maar het maakt de verdorvenheid kitschy.
Een ander voorbeeld van nieuwe kitsch stond in datzelfde CS: een jubelend stuk van Charlotte Mutsaers over een Italiaanse essayist die Guido Ceronetti heet. Ook hier is het weer volop zwelgen in doem en ellende. Het milieu gaat naar de knoppen! De zeeën en bossen raken vergiftigd! Het menselijk lichaam raakt vergiftigd! Kanker grijpt meer en meer om zich heen! De medische wetenschap is zelf een kankergezwel, een 'dochter der vervloeking', omdat zij in haar experimenten gebruik maakt van muizen!
Je weet bijna niet waar je moet beginnen om de obscurantistische onheilsboodschap tegen te spreken. Dreigen met het milieu heeft de plaats ingenomen van dreigen met de hel. Als de mensheid niet tot inkeer komt, zal zij verzwolgen worden door een vurig Armageddon, dan wel door een klimaatsverandering van een graad Celsius – het schijnt allebei even erg te zijn. Dat er problemen op het gebied van milieu bestaan valt niet te ontkennen. Toch is de directe leefomgeving voor mensen in grote stukken van de wereld (vooral de westerse) op dit ogenblik schoner, veiliger, gezonder dan ooit tevoren. Je kunt beter nu naast een kerncentrale wonen dan 200 jaar geleden naast de lakenindustrie, om maar te zwijgen van werken in die branche. Bijna al het werk was vroeger zwaar en smerig en je ging er vroeg aan dood. Nu zijn er verordeningen ter bescherming van de werkers en er zijn regels voor de industrie en de afvalverwerking. Vast niet optimaal, maar wel beter dan het was. Waarom dan toch dat desperate gejammer over het milieu, de zelf-flagellatie omdat een mens een ijskast wil?
In de post-moderne inktzwarte wereldbeschouwing van Ceronetti en Charlotte Mutsaers komt vooruitgang neer op achteruitgang. 'Is het niet de vooruitgang die ons zieker dan ooit heeft gemaakt?' Dat kan wel wezen, maar toen er nog geen kanker onder ons was, stierven vrouwen op hun 28ste in hun vijfde kraambed en mannen op hun 34ste aan stoflongen na een loopbaan van twintig jaar in de steenkoolmijnen. Een kankersterfbed op je 75ste is evenmin een pretje, maar wie dit als een achteruitgang beschouwt ten opzichte van het leed van de mensen van vroeger lijkt wel elk gevoel voor perspectief verloren te hebben.
Geen idee hebben van proporties, geen onderscheid maken tussen dingen van meer en minder waarde, alles op een troosteloze hoop gooien is natuurlijk heel post-modern. In deze troebele sferen geldt het als originele gedachte dat 'de medische wetenschap nooit veel goeds kan zijn, want het is een wetenschap die omhoog is gekomen over de ruggen der dieren, met name die der muizen'. Breek af, die hubris van de wetenschapper die denkt dat hij als mens gebruik mag maken van de dieren om hem heen (net zoals dieren zelf overigens andere dieren gebruiken om zich te voeden). Verbeeld je maar niets, wetenschapper, karbonadevreter, al red je een mens, je handen zijn bezoedeld met het bloed van duizend weerloze muizen! En wie heeft er eigenlijk ooit bedacht dat een mens meer waarde heeft dan een muis? Allemaal een pot nat, joh, allemaal protoplasma.
Terwijl medisch specialisten als rechtgeaarde waanzinnige geleerden de willoze patiënten door de molen van hun marteltherapieën wringen, valt de eeuwige duisternis. Of niet? Of gloort er toch nog een sprankje hoop in dit gitzwarte universum van cynische kitsch? Ja hoor, Mutsaers ziet een uitweg: 'zo vlug mogelijk eerherstel voor de koesterende hand en voor de magie!' Weg met de chemokuren en de mastectomieën. Wat we nodig hebben is koestering. Je ziet de scène voor je in technicolor: doodziek ligt de nog jonge vrouw in bed, haar voorhoofd is bezweet, haar adem gaat zwaar en hortend. Weldoorvoede muizen knagen aan het door de zieke onaangeroerde crackertje. Daar komt het zoontje binnen en de sympathieke dokter met een bezorgde blik in zijn reebruine ogen. Beiden leggen hun koesterende handen op de zwoegende borst…
Mutsaers voorspelt: 'de eeuwwende zal gepaard gaan met de opkomst van magisch morgenrood.' Het jaar 2000! Ook al zo'n kitsch-idee dat er dan iets bijzonders gebeurt. Zonsondergangen waren al niet te vertrouwen, maar voor zonsopgangen moet je helemaal uitkijken.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.