Beste Beatrijs,
Van nature ben ik geen grote prater. Dit wordt me door sommige mensen weleens verweten. Hoe meer ik me met die vraag bezig houd, hoe stiller ik word. Ik ben meer een luisteraar. Alles wat ik hoor moet ik eerst overdenken voor ik een reactie geef. Vaak nemen andere mensen het gesprek dan over en kom ik er niet meer tussen. Erg vervelend. Hoe kan ik hier beter mee omgaan?
Geen inbreng
Beste Geen inbreng,
U voelt zich waarschijnlijk beter op uw gemak in een klein gezelschap van een of twee mensen dan in een grotere groep. Accepteer van uzelf dat u geen haantje de voorste met een grote mond bent en dat u dat ook nooit zult worden. Het is helemaal niet erg om een rustig persoon te zijn die goed kan luisteren. Dat soort mensen wordt ook vaak aardiger gevonden dan de mensen die voortdurend het hoogste woord voeren.
Dat betekent niet dat u gevangen bent in de rol van die stille. Natuurlijk moet u reageren op andere mensen en ook zelf ter tafel brengen wat u op uw hart hebt. Dit gaat waarschijnlijk beter in een klein groepje. Doe dat dan gewoon. Het is niet erg als u iets later of iets trager reageert. U mag gerust een paar minuten later terugkomen op een eerder onderwerp. In een vrij gesprek wordt er geen net parcours doorlopen, maar praten mensen voor de vuist weg.
Als u uw inbreng wil vergroten, kan het handig zijn om uzelf een opdracht te stellen. Bedenk voor de volgende keer dat u een groepsafspraak hebt van tevoren een onderwerp waar u het over wil hebben. Bijvoorbeeld een film die u gezien hebt of iets wat u hebt meegemaakt of iets wat u op tv/ sociale media is opgevallen. De opdracht is om uw onderwerp op enig moment ter sprake te brengen. Als dit u lukt, zal het in het vervolg makkelijker zijn om uw stem te laten horen.
Het boek ‘Dat bedoelde ik niet’ van Deborah Tannen was voor mij een echte eye-opener over dit onderwerp. “In dit boek geeft Deborah Tannen aan hoe je zo effectief mogelijk kunt converseren. Of het nu gaat om je baan, je familie, je vriend(inn)en, het is altijd de toon die de muziek maakt. Luister altijd naar wat er niet gezegd wordt, laat mensen die weinig zeggen praten en zorg ervoor dat diegenen die altijd het hoogste woord hebben nu eens wat minder aan het woord zijn. Pas je spreekstijl aan als een situatie daarom vraagt.” Misschien helpt dit boek je wat verder. En wat misschien ook helpt: oefen thuis voor de spiegel een vriendelijke glimlach en een standaardantwoord voor het moment dat iemand je verwijt ‘wat ben je stil’ of vraagt ‘vermaak je je wel?’.